Schil de appels en verwijder het klokhuis.
In kleine stukjes snijden, suiker toevoegen, roeren en 15 minuten laten staan.
Zet de appels op laag vuur en laat ze 20 minuten zachtjes koken. Blijf constant roeren, zonder ze los te laten, anders verbranden ze.
Maak de gewassen vossenbessen iets zachter met een staafmixer of pureer ze. Je hoeft ze niet helemaal te pletten, net genoeg om het sap eruit te laten komen; de bessen zullen uiteindelijk de gewenste dikte krijgen.
Voeg de vossenbessen toe aan de appels, roer goed en laat nog 30 minuten koken, onder voortdurend roeren. Vergeet niet om eventueel schuim af te scheppen. Om te controleren of de jam klaar is, kun je hem op een schoteltje laten vallen – als hij niet uitloopt, is hij klaar.
Doe de jam in potten terwijl deze nog warm is. De jam zal dikker worden zodra deze is afgekoeld.
Steriliseer de potten eerst voor de winteropslag. Als je het niet lang wilt bewaren, kun je het gewoon in de koelkast zetten; het blijft daar 2-3 maanden goed.