Klassieke appelstrudel
Iedereen heeft vast wel eens van het dessert "Weense strudel" gehoord. Het vindt zijn oorsprong, zoals de naam al doet vermoeden, in Wenen. Het prototype van de Weense strudel werd echter uitgevonden door de Arabieren: de beroemde baklava, gemaakt van deeg, noten en suiker, is een verre verwant van de strudel. Toen de Turken Hongarije binnenkwamen, brachten ze het recept mee.
Nu is de hele wereld dol op een variant op diezelfde Arabische baklava: Weense apfelstrudel. Je hoeft niet naar Wenen te reizen om het te proberen; je kunt het thuis zelf maken.

Klassieke appelstrudel
Ingrediënten
- 260 G meel
- 100 ml water
- 25 ml plantaardige olie (beter dan olijf)
- 1 stuks eieren
- 140 G wit brood
- 3 eetlepels boter
- 55 G amandelmeel (of paneermeel)
- 1 kg verse appels (sterke variëteiten)
- 1 stuks citroen
- 70 G rozijnen
- 110 G Sahara
- 80 ml Rome
- Door proeven poedersuiker (om te bestrooien)
Instructies
- Rozijnen moeten eerst met kokend water worden overgoten, met rum worden overgoten en een nacht worden geweekt.
- Bladerdeeg moet gemaakt worden met speciaal meel. Kies meel met een hoog glutengehalte. Als je meel in de winkel koopt, let dan op de voedingswaarde (NZHU) op de verpakking. Het zou 11 g eiwit per 100 g product moeten bevatten. Dit getal geeft aan dat deeg gemaakt met dit meel elastisch en rekbaar zal zijn.
- Zeef het zout en de bloem in een diepe kom. Maak een kuiltje in het midden en breek er een ei in. Voeg warm water gemengd met olijfolie toe. Kneed het deeg en rol het tot een gladde bal.
- Verwijder overbodige spullen van het aanrecht. Bestrooi het licht met bloem (sommige gebruiken zetmeel). Begin met het kneden van het deeg. Neem een bal deeg in je hand, til deze boven het aanrecht en sla hem met al je kracht plat. Kneed het deeg en herhaal. Het traditionele recept vereist dat deze bewegingen 100 keer worden herhaald, zodat het deeg zo elastisch mogelijk wordt. Nadat je alles hebt gekneed, leg je de bal 40 minuten op een warme plek. Deze hoeveelheid is genoeg voor 2 strudels.
- Terwijl het deeg rust, bereid je de vulling voor. Smelt de boter tot hij vloeibaar is. Snijd een witbrood in blokjes en leg ze in de oven tot ze broodkruimels vormen. Maal de broodkruimels vervolgens in een blender tot kruimels. Giet 3 eetlepels gesmolten boter in een koekenpan en bak de kruimels. Meng het mengsel met amandelmeel. Je paneermeel is klaar.
- Schil de appels en snijd ze in dunne plakjes. Voeg bruine suiker, vanillesuiker, citroenschil en citroensap toe aan de appels. Meng alles goed met je handen.
- Leg een handdoek op tafel en bestuif deze licht met bloem. Begin met het uitrollen van het deeg. Het deeg moet bijna doorschijnend zijn.
- Lukt het niet om met een deegroller de gewenste dikte te krijgen? Neem dan het vel papier in je handen en rek het uit tot je de letters van de krant erdoorheen ziet.
- Vet het deeg in met gesmolten boter, ga 1/3 van de lengte van het deeg achteruit en begin de vulling in een rij langs de lange zijde van de laag te leggen.
- Verdeel de helft van het paneermeel over de appelvulling en garneer met rozijnen.
- Rol de strudel op met de doek waarmee je het deeg hebt bekleed. Vouw de doek vanaf de smalle kant dicht en bestrijk het deeg regelmatig met boter.
- Leg de strudel met dezelfde doek op een met bakpapier beklede bakplaat en leg hem met de naad naar beneden. Bestrijk de bovenkant met boter. Bak op 190 graden Celsius (verwarm de oven natuurlijk voor) tot hij goudbruin is.
- Bestrooi het gerecht met poedersuiker.
