Zet alle ingrediënten voor je neer. Het is beter om gekoelde lever te gebruiken dan bevroren lever, omdat de eerste te waterig is en zompig wordt. Als je geen kippenlever lust, kun je gerust runderlever gebruiken; verwijder dan de vliezen, week de lever in melk en kook hem iets langer.
Als je voor diepvrieslever hebt gekozen, laat deze dan eerst ontdooien in de koelkast. Spoel de lever af en dep hem droog met keukenpapier. Snijd het vlees in 2-3 stukken.
Pel de ui en snijd hem in de lengte doormidden met een mes. Snijd elke helft in halve ringen.
Verwijder het klokhuis van de appels en snijd ze in kleine plakjes.
Doe de bloem in een kleine maar diepe kom. Verhit ondertussen een beetje olie in een koekenpan.
Haal elke plak lever door de bloem, leg ze in de pan en bak ze aan beide kanten. Bak ze goudbruin (ongeveer 7 minuten). Zout toevoegen is niet nodig! Het belangrijkste is om de lever in één laag te leggen (dus als je veel vlees hebt, bak het dan in porties). Als je de lever te vaak in lagen legt, zal hij eerder stoven dan bakken, waardoor hij niet gaar wordt. Haal de gebakken lever uit de pan.
Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Verwarm ondertussen de koekenpan opnieuw, maar dit keer voor de uien. Bak de uien in een beetje olie tot ze goudbruin zijn.
Giet de azijn bij het gebakken mengsel en voeg dan de kristalsuiker toe. Meng alles goed. Bak nog 5 minuten en voeg een paar minuten voor het einde de appels toe aan de uien en meng opnieuw.
Leg de gebakken lever in een ovenschaal, breng op smaak met zout en peper en garneer met gekarameliseerde uien en appels.
Als je kippenlevertjes gebruikt, bak ze dan 15 minuten in de oven (geen hetelucht).
Serveer het gerecht met een bijgerecht naar keuze.