Bereid alle ingrediënten voor. Was de appels en droog ze goed af.
Smelt de boter in een koekenpan. Voeg, zodra deze vloeibaar is, de suiker toe en meng goed.
Rasp de appels op een grove rasp (u kunt de schil eraan laten) en doe ze samen met de suiker en de boter in de koekenpan. Advies: Je kunt de appels ook in plakjes of blokjes snijden in plaats van ze te raspen. De smaak verandert dan niet.
Laat het appel-botermengsel 3 minuten sudderen op middelhoog vuur. Roer af en toe om aanbranden te voorkomen.
Voeg naar smaak kaneel en vanille toe en meng goed. Advies: Wikkel de vulling niet meteen in, maar laat hem even afkoelen.
Snijd de lavash in vierkanten van ongeveer 15 x 15 cm (als de verhoudingen niet worden aangehouden, hoeft u zich geen zorgen te maken; uw enveloppen kunnen groter of kleiner zijn dan die welke wij maken).
Klop het ei los in een diepe kom. Dit wordt het beslag voor het ei.
Doe ongeveer 1 eetlepel appel-kaneelvulling op de rand van elk stukje lavash.
Maak een envelop van het lavashmengsel.
Herhaal het proces met de overige vierkanten. We hebben nu 12 stukken.
Doop nu het lavashmengsel in het eibeslag.
Verhit een beetje plantaardige olie in een koekenpan en bak de ingrediënten op middelhoog vuur tot ze mooi goudbruin zijn.