Zeef de bloem in een diepe kom.
Laat de boter afkoelen, snijd hem in meerdere stukken en wrijf hem met wat bloem tot kruimels.
Doe de cottage cheese en de vanillesuiker in een kom.
Kneed het deeg (afhankelijk van de dikte van de kwark kan een kleine hoeveelheid bloem worden toegevoegd, maar niet meer dan 50 g).
Laat het deeg, nadat u het in huishoudfolie heeft gewikkeld, een half uurtje in de koelkast liggen.
Was de appels, schil ze, verwijder de pitten, snijd ze in dunne plakjes en bestrooi ze met kaneel en suiker.
Haal het deeg uit de koelkast en rol het uit tot een dikte van 2,5–3 mm.
Gebruik een glas of een speciale mal om cirkels uit te snijden.
Leg op elke helft appelschijfjes en dek af met de andere helft. Druk de randen aan met een vork.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg het deeg erop. Plaats in een voorverwarmde oven op 180 °C.
Bak gedurende 20–25 minuten.
Haal de koekjes na de aangegeven tijd uit de oven, laat ze afkoelen en bestrooi ze met poedersuiker.